Tjipko - Jan Wiebe r6

De partij in r6 van de interne competitie tussen Tjipko en Jan Wiebe met annotaties van Tjipko  is hier te vinden.

2 partijen van Hiddo

Mijn partij tegen Tjipko staat hier: Hiddo - Tjipko r5 interne competitie
11....Pe4 is niet zo goed, maar misschien was Tjipko onder de indruk en speelde hij iets te passief. Hij had 12.Lxe4 kunnen doen 12...dxe4 13.Pe5 Pxe5 14.dxe5 en mijn dame staat niet mooi.
Na 12.Pd2 pak ik het initiatief, maar beide partijen spelen niet slecht en nergens heeft zwart iets concreet totdat Tjipko 30.Te2 speelt (30. Td1). Daarna is het onmiddellijk uit.

De partij tegen Roden aan het eerste bord staat hier: Hiddo - Lieuwe Boskma
Goed gespeeld, maar als ik eenmaal gewonnen sta, blokkeer ik. Loper had ik beter kunnen afruilen en ipv Dd6, Dg5 kunnen spelen. 

Roy - Jan Wiebe

Roy en Jan Wiebe hebben al heel veel partijen gespeeld. Meestal kwam er een scherpe stelling op het bord die tot het einde spannend bleef. Zo ook deze keer. Fritz geeft Jan Wiebe steeds groot voordeel totdat hij in de 13e zet de loper op f7 neemt. De koning uit de aanvalslijn halen met Kd8 zou tot winst hebben geleid. Maar dat past niet in de stijl van Jan Wiebe.

Hier staat de partij

Benauwde momenten

De partij die ik gisteren met zwart tegen Sjak Rijploeg speelde begon voorspoedig voor mij. We speelden in een vlot tempo en binnen vijftien zetten had ik een stuk en een pion winst, bij een goede stelling. Dat is een bedrieglijk comfortabele situatie, want juist als je denkt gewonnen te staan ben je geneigd om wat meer risico te nemen en zo je voordeel weer te verspelen. Zo ook hier. Naar achteraf blijkt zou ik al na een paar zetten het grootste deel van mijn voordeel weer kwijt zijn geraakt, als Sjak het scherp gespeeld had. Ik wil de details van onze fouten hier niet bespreken; waar het mij om gaat is de stelling na de 31e zet. Ik heb zojuist Pc2-b4 gespeeld.

 

Stelling na 32...Pc2-b4

Inmiddels hebben zich een aantal kijkers bij het bord opgesteld. Sjak heeft nog ongeveer 5 minuten tijd om de 8 zettten te doen voordat het extra kwartier ingaat. Hier raakt hij behoorlijk gespannen van. Maar ook bij mij is de spanning flink toegenomen, want hoewel ik nog steeds een materiële voorsprong heb en ook nog ruim een half uur op de klok, heeft Sjak een bijzonder dreigende aanval op mijn koningsstelling - of wat daarvan over is. Van mijn aanvankelijk optimisme is weinig meer over.

Sjak speelt 32 Ld3-f5.

Hij dreigt 33.Te7xf7 en dan is de dame op f8 overbelast. Wat moet ik doen? Tijdens de partij zie ik het niet meer helder. Of wil ik het gewoon niet zien. Ik aarzel tussen 32...Tg8-g5 en 32...Lf7-f6. Beide alternatieven hebben zoveel nadelen en complicaties, dat ik tenslotte maar liever heel iets anders doe: 32...a5-a4.

Dit levert een stelling op waarin Sjak mij mat kan zetten. Maar hoe? Ik maak een enkele benauwde momenten mee, als ik geconfronteerd wordt met een directe matdreiging en dameverlies. Bij de eerste twee zetten maakt Sjak de juiste keuze, zoals in de analyse achteraf blijkt. Hij begint met 33 Te7xf7 en 34 Tf7xf8. Bij de derde zet mist Sjak de matvoering en bij de vierde zet geeft hij het voordeel weer weg. Hoewel hij de 40e zet nog net binnen de tijd haalt verspeelt hij een zet later zijn dame en daarmee geeft hij op.

Hoe gaat de geforceerde matvoering dan wel verder? Als ik dit als chess-tempo opgave voorgelegd krijg lijkt het zo eenvoudig. Maar tijdens de partij zag ik het niet, of wilde het niet zien. Misschien dat de omstanders het wel gezien hebben. Hier heb je gelegenheid om het nog eens na te kijken.

Meteen na afloop zei Sjak dat hij de loper op f7 een zet eerder had moeten slaan, dus 32 Te7xf7. Dat lijkt logisch, want de twee tussenliggende zetten (32 Ld5-f5, a5-a4) lijken niet van invloed op de beslissende matcombinatie. Maar dat blijkt onjuist. Want in dat geval slaat het zwarte paard de witte loper, met aanval op de witte dame. Dit levert een heel andere situatie op die eindigt in het voordeel van zwart.

Je vindt de hele partij, met evaluaties van Fritz in de volgende link. Hierin zijn eveneens de geforceerde matvoering vanaf de 32e zet en het alternatief van Sjak bij zet 32 opgenomen. 

Gevaarlijk spel

In het Atlantis toernooi van augustus dit jaar heb ik tegen Albert Platje gespeeld. Albert speelde -  zoals gebruikelijk - een gambiet, en hij kwam al snel gewonnen te staan.  Met een stuk achter en in het besef dat ik iets bijzonders moest doen om deze partij niet te verliezen, zag ik plotseling een torenoffer, dat me tenminste de mogelijkheid van remise door eeuwig schaak beloofde. Ik greep mijn kans. Albert keek even en zag dat hij dit offer niet kon weigeren. Maar bij het daar op volgende schaak zag hij een variant over het hoofd. Dit werd de volgende zet direct afgestraft met mat. Een duidelijk hoorbare vloek ging door de zaal en Albert vertrok zo snel mogelijk. Pas 's avonds bij een goed glas bier was hij weer aanspreekbaar en vertrouwde hij me toe dat hij mij niks kon verwijten, dat hij voor deze blunder alleen zelf verantwoordelijk was. Daar was ik het roerend mee eens.