Verslag HSP/Veendam - Lewenborg 1

Gisteren togen we naar Hoogezand voor de vierde ronde tegen de combinatie ‘Het Springend Paard’/ Veendam. Voor zover ik weet, is ‘De Kern’ al sinds de jaren zeventig vorige eeuw de speellokatie. Toch zei de beheerster, dat de club tijdelijk even elders was gehuisvest. Daar had ik zelf echter geen actieve herinnering aan.

We waren niet op zijn sterkst. Bruno meldde zich af om griep en Hiddo vanwege schaakcursussen op de donderdagavond. Invallers waren Douwe en Boudewijn en eigenlijk ook een beetje Valentin, omdat van de gebroeders Bons sinds aanvang seizoen taal noch teken is vernomen. Het betekende, dat de gemiddelde rating van Lewenborg 1 (1845) zo’n kleine 40 punten lager was dan HSP/Veendam (1882). Theoretisch zou het een lastige avond worden. Het zaaltje was ruim, maar toch was het lastig (smal looppad) om een goede blik op alle borden te werpen. Niet alle partijen heb ik daardoor goed kunnen volgen. 

We beginnen met de uitslag. We wonnen met het kleinste verschil, dus 3,5 – 4,5. Toen er zeven partijen uit waren, stond het 3,5 – 3,5. Het betekende dus een spannend slotuurtje dat pas tegen 11.30u zijn definitieve gestalte en uitslag kreeg door winst aan bord 1.

 

De wedstrijd verliep ongeveer als volgt: 

  • Bord 5 - Marcel Pouw (wit) – Arjen Waijer ½-½: 

Hiervan zag ik eigenlijk alleen de slotstelling. Loper en een aantal pionnen aan beide kanten. Marcel’s stelling was ogenschijnlijk overheersend met kansen voor zijn pionnen, zwart stond gedrongen en moeizaam. Zelf dacht ik dat wit misschien middels een pionoffer een doorbraak kon forceren. Marcel zei, dat dit er volgens hem niet in zat. Ik ben benieuwd naar de analyse van Fritz of Stockfish. 

  • Bord 4 – Erwin Reintke – Ramon Middeljans (zwart) 0-1: 

Ramon haalde weer de Aljechin-verdediging van stal. Zijn paarden sprongen na de bekende pionnenjacht (e5, d4, c4) weer van links naar rechts. Toch kwam Ramon in langzame galop met zijn stukken in moeilijkheden. Opeens was de partij echter ten einde. Zijn tegenstander blunderde een toren weg, hoorde ik, en wit gaf gelijk op. Een welkome meevaller voor Lewenborg. 

  • Bord 7 – Valentin Bajrami – Kor Drent (zwart) 0-1:   

Halverwege de avond zag ik Valentin goed spelend een kansrijke aanvalsstelling op de koningsvleugel bereiken. Dubbelpion bij zwart, Valentin een open h-lijn en goed gepositioneerde stukken in het centrum. Hij zag echter geen beslissende winstmogelijkheid. Een half uur later zag ik, dat alle stukken opeens weg waren en Valentin een eindspel spelen met een pion achterstand. Dat ene pionnetje werd hem dus fataal. Tussenstand: 1½ - 1½. 

  • Bord 3 – Jan Wiebe van Veen (wit) – Bernard Bontjer 1-0: 

Ondanks dat Jan Wiebe naast me zat, heb ik maar weinig van de partij meegekregen. Gevoelsmatig leek de stelling wel onder controle en in evenwicht. Bij een tweede blik later op de avond zag ik een witte pion op d7. Of deze beslissend is geweest voor de uitslag kan ik niet zeggen. Feit is wel, dat Jan Wiebe even later de 1-0 winst kon noteren. Lewenborg staat op voorsprong. 

  • Bord 6 – Johan Scharft  – Douwe Pol (zwart) ½ - ½: 

Douwe bokste tegen een extra 250 ratingpunten op. Van de hele partij heb ik niets gezien, behalve Douwe zijn keurige en lange zetnotaties. Felicitaties en een groot compliment voor de uitslag Douwe. 

  • Bord 2 – Wiebe Wielenga   – Klaas Dijkhuizen (zwart) 1-0: 

Tsja, dan kom ik bij mijn eigen partij. Een soort Konings-Indisch, waarbij wit al op de derde zet h4 doet (naast pionzet c4, d4, e4 en f3). De laatste onderlinge won ik na ook vele pionzetten van Wiebe in de opening. Eén van mijn mooiste partijen zelfs. Zou de geschiedenis zich herhalen? Pionzetten kosten immers ontwikkelingszetten, zoals nu de hele K-vleugel. Geïnspireerd door een partij van Kasparov besloot ik al op zet 8 een paard op e4 te offeren. De compensatie: 2 pionnen, wit moest met de koning aan de wandel, wit was niet goed ontwikkeld en pionnetjes van wit die continu goed gedekt moesten blijven. Toch rinkelden de alarmbellen, want groot voordeel werd op dat moment nog niet berekend. Maar als je al een dik kwartier of langer er naar zit te kijken, dan moet je een beslissing nemen. Het alternatief was lang en moeizaam manoeuvreren in de kleine ruimte. Ook de kortere speelduur t.o.v. vroeger speelt een beetje negatieve rol in dit soort cruciale situaties. Je kunt niet al te lang rekenen en je moet min of meer geforceerd een beslissing nemen. 

Ik koos voor het offer. Al snel zag ik, dat het een foute beslissing was. De witte koning activeerde alsnog en redelijk probleemloos zijn stukken. Toen was het voor mij nog een beetje hopen op een derde pion of een vrijpion. Die kwam niet en tot overmaat van ramp moesten ook de dames nog worden geruild. Mijn enige kans om nog wat te rommelen ging daardoor de mist in.  Met ijzeren hand voerde Wiebe het vonnis aan ‘Klaasparov’ uit. 

  • Bord 8 – Arend Spijker (wit) – Boudewijn Hoogeboom ½-½: 

Ook Boudewijn had een duidelijke sterkere tegenstander tegenover zich op papier. Van zijn partij kreeg ik de slotfase mee. Toen stond hij zeker niet slechter en in de analyse rolde er zelfs een kansrijke en waarschijnlijk winnende voortzetting uit de bus. Dat was de analyse dus, want achter het bord vond Boudewijn de oplossing niet. Remise werd het, maar gezien het ratingverschil een mooie prestatie. 

  • Bord 1 – Olaf Cliteur (wit) – Ton van Ingen: 

Strategisch gezien de mooiste partij van de avond. Ik en vele anderen mochten de hele slotfase meemaken. Ton had op dat moment al een prima stelling op het bord. Breekmogelijkheden op e6, combinaties via e6, een zwarte koning in het vizier en meer tijd. Het werd een tijdelijk kwaliteitsoffer op e6. Via een schaakje op g5 kwam even later de investering met stukwinst retour. Technisch was het uit. Nog steeds was er een zwarte koning die op een moeilijke positie stond en pionnen op de damevleugel, die door wit veroverd konden worden. De klok tikte aan beide kanten echter ook genadeloos verder. Zou zwart daarvan kunnen profiteren? Ton bleef de rust zelve en deed continu de juiste zetten met paard en toren. Zwart was machteloos. Toen Ton’s a-pion tenslotte aan zijn opmars richting de overkant begon, wierp Olaf de handdoek in de ring. 

Deze winst was dus beslissend voor de einduitslag. Lewenborg mag terugkijken op een uitstekende teamprestatie tegen een iets sterkere tegenstander. Op 4 maart staat in deze 1e ronde de laatste wedstrijd op de agenda in ‘Het Dok’ tegen Van der Linde uit Winschoten.

Lewenborg-Staunton beker 1900

Op dinsdag 4 februari 2025 stond de bekerwedstrijd onder rating 1900 tegen Staunton op het programma. De opening werd verricht door onze voorzitter Hiddo die tevens door loting bepaalde welke club op het eerste en derde bord met wit ging spelen. Lewenborg had op de oneven borden wit. Wat betreft de ratings was de rating van Staunton met een gemiddelde van 1802 hoger dan dat van Lewenborg met een gemiddelde van 1726. Staunton trad aan met 2 jeugdspelers en daarom was de gemiddelde leeftijd van de Lewenborgers een stuk hoger dan die van Staunton. Zou het ervaringsvoordeel van Lewenborg opwegen tegen de achterstand in rating?

Opening

Op bord 1 bij Douwe tegen Piet Mulder was er in de opening sprake van een grote ruil waarbij ook de dames van het bord verdwenen. Ik had de indruk dat Douwe goed uit de opening was gekomen.  Boudewijn, bord 2, speelde met zwart tegen zijn leerling Pranav Prasobh. Boudewijn heeft Pranav de kneepjes van het schaken bijgebracht en daarom was het de vraag of de leerling de meester zou verslaan of dat de meester nog steeds de betere was.  Boudewijn, spelend met de zwarte stukken, had zijn koning op f8 gezet en de toren stond nog op h8 niks te doen. Daar stond tegenover dat de andere stukken op de vijandelijke koning waren gericht. Het was een zaak om de koning in veiligheid te brengen en de toren op h8 te ontwikkelen. Rudy dacht in zijn partij in de opening met een loperoffer op f7 een winnende aanval te krijgen. Hij had helaas maar 4 zetten vooruit gerekend en kwam er achter dat hij inderdaad na 4 zetten gewoon een stuk achter stond zonder noemenswaardige compensatie. Bij de strijd tussen Koen en Gert-Jan Ris stonden na de opening alle stukken en pionnen nog op het bord waarbij Koen iets meer ruimte had dan Gert-Jan.

Middenspel

Zelf dacht ik erover, omstreeks zet 14, om de partij op te geven. Maar ik speelde toch nog door omdat de avond nog lang was en je weet maar nooit….. En warempel kreeg ik nog tegenspel met diverse penningen op de zwarte koning. Maar Eli Alia verdedigde knap en uiteindelijk konden na 25 zetten de stukken toch in de doos en stond Lewenborg met 1-0 achter. Douwe stond ondertussen een pion voor in een niet al te ingewikkelde stelling. Wellicht kon Douwe de stand in evenwicht brengen. Koen en Gert-Jan hadden beide een sterk paard. Het paard van Koen stond heel mooi op d3 en die van Gert-Jan op d6. Op een gegeven moment stond, met uitzondering van d2 de hele d-lijn vol met zwarte en witte stukken. Het zag er wel grappig uit (ook in de ogen van Hiddo, die er een opmerking over maakte). Koen had een duidelijk tijdsvoordeel, hij had nog ruim 30 minuten op de klok tegenover 8 van de tegenstander. Boudewijn had ondertussen zijn koning op een veilige plek gezet en zijn 2 torens op de a en b-lijn geposteerd, dreigend kijkend naar de witte koning aan de overzijde.

Eindspel

Douwe speelde tot het einde een heel knappe partij. Douwe had een koning, een wit-veldige loper en 4 pionnen en Piet had een koning, zwart-veldige loper en 1 pion. Bij Douwe stond er nog 41 minuten op de klok tegenover 8 minuten bij Piet. Helaas voor Douwe werd de partij, ondanks 2 pionnen voorsprong remise doordat zijn loper het promotieveld h8 niet kon bereiken. Piet offerde zijn loper tegen een pion en de partij werd helaas remise. Jammer. i.p.v. dat de stand gelijkgetrokken werd stonden we met 1,5 tegen 0,5 achter.  Bij Koen tegen Gert-Jan kwam Gert-Jan steeds beter te staan. Zijn stukken werkten goed samen en Koen moest vol in de verdediging. De partij eindigde met een paardvork en stukverlies waarna Koen besloot op te geven. De stand was daardoor 2,5 tegen 0,5. Bleef de strijd tussen de meester en de leerling over. Pranah kreeg het initiatief en zijn beide vrijpionnen op de a en b-lijn brachten uiteindelijk de beslissing.

Ons ervaringsvoordeel kon dus niet op tegen het ratingverschil en Staunton bekert uiteindelijk terecht door naar de volgende ronde.

Volgende week nieuwe kansen in de competitiewedstrijd tegen het eerste team van Middelstum.

 

Lewenborg 3 bekert er op los

Te laat, maar toch op tijd arriveerden wij in Delfzijl, invaller Jacob stond ons bij de deur op te wachten en vlot zat ieder achter zijn aangewezen schaakbord.

Zelf aan bord 1, achter mij een zeer geanimeerd gesprek gaande tussen John S. en zijn tegenstander, het leek wel een beetje op het praathuis uit de fabeltjes krant. Het hing van gezelligheid en diverse bijgeluiden aan elkaar.

Zelf speelde ik koning s gambiet wat niet aangenomen werd.

Op het moment dat ik moest gaan nadenken kwam Jacob melden dat (het was mij wel opgevallen dat dat een Fries onderonsje was) nadat ze elkaar diep in de ogen hadden gekeken besloten tot remise. Jacob stond een kwaliteit achter, maar zijn tegenstander was geblesseerd, maakte dit kenbaar middels een verband om zijn hand en sympathieke Friezen moorden dan wel eens maar niet onderling: 0.5 - 0.5.

Sjak stond 1 pion voor in een gelijke stelling met meer stukken naast als op het bord, het leek wel een ruilbeurs.

Zelf stond ik een pion achter maar actief tegen een best wel passieve tegenstander.

John stond een stuk voor, kortom prima.

Zelf kwam ik met een vette dreiging op de koning die mijn tegenstander parkeerde waarna mijn omweg een super vette dreiging was, 3 zetten later mat: 1.5 - 0.5. 

Sjak zijn plus ging naar remise, daarna naar min, en in tijdnood en slechte stelling gaf hij op.

John zette zijn pot voort in een soort "kat die een muis laat lopen spel" wint per ongeluk, hij wilde nog een toren slaan, maar….helaas, het was mat: 2.5 - 1.5.

 

Op naar de beker!

‘The day after’, de genadeloze Stockfish

Gisteren hadden we koploper Sissa 1 op bezoek. Het team wat met een 8-0 zege tegen Van der Linde al eerder in deze competitie zijn visitekaartje had afgegeven.  Daar maak je indruk mee. Ook qua ratingpunten mocht de tegenstander zich 76 punten gemiddeld rijker rekenen. Kortom, we hadden ons ingesteld op een zware avond. En dat werd het ook. Om maar met de deur in huis te vallen, we hebben verloren met 2,5 – 5,5. Toch, we speelden aan vele borden boven verwachting en we hebben mogelijk niet er uitgehaald wat er in zat. Dat geldt voor mij en mogelijk aan nog een tweetal borden. Het was een volle bezetting gisteravond, want ook team 3 speelde thuis een wedstrijd tegen Leek.

 

Het betekende een volle speelzaal en voor de kijkers en spelers was het soms lastig een blik te werpen op de borden van onze teamgenoten. Een uitgebreid verslag per bord kan ik dan ook niet geven.

 

 

 

Op volgorde van de binnenkomst van de uitslagen verliep de wedstrijd dus eigenlijk eerst helemaal niet ongunstig.

 

  • Bord 8 – Marcel Pouw (wit) – Maarten Roorda, remise.

Hier heb ik geen glimp van gezien, maar gezien het ratingverschil is het een mooie uitslag.

 

  • Bord 7- Valentin Bajrami (zwart) – Wouter Maneschijn, remise.

Hier zag ik nog een middenspel met een ogenschijnlijk gevaarlijke en vrije f-pion voor Wouter. Mijn beoordeling was, dat deze gemakkelijk was te onderscheppen en dat er dan vervolgens sprake was van een min of meer gelijkwaardige stelling. Het werd dus ook remise en weer een goede prestatie van onze kant oftewel Valentin, omdat zijn tegenstander 114 ratingpunten meer had.

 

  • Bord 5 – Ramon Middeljans (zwart) – Olaf Meijer, 0-1.

Toen ik halverwege de wedstrijd een blik kon werpen op de stelling van Ramon zag ik een rampzalige stelling. Met Olaf aan zet kon deze met een open g-lijn een doodklap richting Ramon’s koningsstelling uitdelen en de dame leek hierbij in elk geval verloren te gaan. Even later waren alle vier de onderste borden leeg en vertrokken zonder dat de uitslag even aan de team- en wedstrijdleider werd medegedeeld. Dat kan beter heren.

 

  • Bord 6 – Jan Wiebe van Veen (wit) – Niels Brand 1-0 winst (!). Ook bij Jan Wiebe mocht ik even langs komen in het middenspel. Op dat moment leek de stelling nog in evenwicht. Na afloop meldde Jan Wiebe me dat hij een aanval over de koningsvleugel kon opzetten, dat hij het keurig had gespeeld en dat de koningsstelling van tegenstander Niels (bijna 100 ratingpunten meer) even later in ‘Brand’ werd gezet. Jan Wiebe boekte, zo bleek later, de enige overwinning.

 

  • Bord 1 – Ton van Ingen (zwart) – Edim Salihbegovic 0-1. Ton moest dus tegen ex-Lewenborger Edim. De laatste opende met het bescheiden b3 en koos voor een drie rijen-opstelling, het succesvolle handelsmerk van de Zweed Ulf Anderssen in de jaren zeventig en tachtig. Een actieve tegenopstelling is vaak het logische antwoord. Hoe de wedstrijd is verlopen en of er kansen voor Ton zijn geweest, kon ik niet zien. Van een afstand leek het lang aardig in evenwicht, maar de uiteindelijke uitslag was dus negatief voor Lewenborg.

 

  • Bord 4 – Hiddo Zuiderweg (wit) – Benno de Jongh 0-1. Hiddo kreeg de Caro Kann tegenover zich en naast mij leek het lang op een kansrijke en veelbelovende stelling. Zwart had een geïsoleerde h-pion, een dubbelpion op de f-lijn en werd met de lichte stukken en torens goed en zwaar onder druk gezet door Hiddo. Een stelling waar je echter wel goed moest zoeken om een winnend voordeeltje binnen te halen. Ook aldus Hiddo. Hij zocht het in een lange geforceerde afruil. Het effect was averechts. Nog erger, Hiddo belandde door de afruil in een slecht eindspel. De bordjes waren opeens duidelijk verhangen en stap voor stap werd door tegenstander Benno de winst binnen gehengeld. Ik ben benieuwd wat Stockfish van Hiddo’s stelling zegt. Zouden we een (half) punt zijn misgelopen?

 

  • Bord 2 – Bruno Jelic (wit) – Mathijs de Jong, remise. Links van mij bereikte Bruno, ook naar eigen zeggen, een kansrijke stelling. Kenmerken van de Aljechin in het middenspel, maar de opening was geen Aljechin. In elk geval had Bruno veel ruimte in het centrum, een goede opstelling van Dame, Loper en Torens en pionnen en dus leek de vis ook hier aan de haak te zittenIn mijn jeugd knapte, met een dikke karper, brasem of voorn aan de lijn, het snoer. De tweede keer met een dikke vis aan de haak zwaaide ik de hengel in een boomtak. Dat moet je niet doen als je een vis wilt vangen. Ook de vis met haak ontsnapte. Bruno koos in de partij voor een afwikkeling naar pionwinst in een T- en pionnen-eindspel. Een heel moeilijk eindspel bleek in onze analyse en die verzandde dus ook in remise. Zeer waarschijnlijk had ergens in het middenspel een andere keuze gemaakt moeten worden. Mogelijk hebben we dus hier ook een half punt gemist.

 

  • Bord 1 – Klaas Dijkhuizen (zwart) – Gertjan Haan 0-1. Alweer de laatste van ons team, alweer een partij van 70 zetten. Mijn zoveelste dit seizoen. Het werd weer een heel bijzondere. Met zwart antwoordde ik Konings-Indisch en wit besluit om zijn hele voorraad pionnen van c2 tot h2 in 11 zetten naar voren te schuiven. Gemakshalve laat hij de hele verdere inboedel bijna op de onderste lijn staan. Geen stuk, behalve Pc3 en Le3, werd ontwikkeld. Stockfish (SF 16) vond het een logische aanpak tot mijn verbazing. Toch had ik op de 10e zet even wat alerter moeten zijn en h5 moeten spelen. Als compensatie mocht ik met de zwarte loper de witte koning via h4 aan het wandelen zetten. Stockfish vond het heel gewoon. Op zet 14 bereikte wit met Kc2 zelfs een plus 1.2. Ik koos voor een blokkade op de K-vleugel en dekte mijn loper op h4 met g5. Wit moet dan in elk geval de kwaliteit offeren om deze indringer weg te krijgen. SF 16 was het weer met me eens. Wel kwam ik in een slechtere stelling waar ik eigenlijk niets meer kon, maar wel met een bijna totale blokkade. Wit aarzelde gelukkig lang met een concreet plan van aanpak, maar de plus ging wel naar 3.3 op zet 31. Ik raakte in tijdnood in een stelling waarin elke onnauwkeurigheid de nekslag kon zijn. Gelukkig raakten we beiden vermoeid. Ook Gertjan begon zwakkere zetten te doen, maar had wel veel meer tijd. Na zijn f4 (zet 37) antwoordde ik niet perfect, maar wel kreeg ik daardoor later ook kansen op mijn eerste tegenspel. Zwart ruilde L+P voor T.

Op zet 42 liet ik het nemen van een belangrijk pionnetje (g4) ten onrechte achterwege. Wit worstelt zich ondertussen door de betonstelling heen maar heeft nog steeds niets concreets. Ik leef nog, minder dan een minuut soms op de klok. We gaan naar zet 52. Met Txa4 (prima aldus SF, mat of damewinst bij nemen met koning) deelde ik een superverrassende dreun uit richting wit’s koning. Jammer dat Gertjan zoveel tijd had. Ik moest het nog steeds met seconden doen. Het bleek desondanks supergoed te gaan volgens SF. Maar na de Txa4 werd deze niet genomen. Toen had ik met terugtrekking na Ta8 zowaar gelijkspel gehad, aldus mijn adviseur SF (1e keer). Ik koos echter voor een offer van de toren op b4 wegens tijdgebrek. Fout, want wit gaat weer naar een plus van 6 in gecompliceerde stelling. Ik sta verloren op zet 59 en na wit’s foute antwoord Pxd6 weer gelijk!! Tweede keer. Dat had ik echter niet door. Ik had de zet moeten antwoorden, die later volgt.

Het bord wordt langzamerhand wat leger. Weer doe ik een superzet, maar al wel in de ‘verlies mind-set’. Nood breekt wet trouwens, want ik dreig mat te gaan. Ik offer ook de tweede toren op c3 met schaak. Zou er nog eeuwig schaak in zitten? Voordeel wit aldus SF: 0 ! Ja dus, maar….. ik zag de juiste methode net niet. Pas op zet 63 kies ik voor het verkeerde schaakje Db1 (na Db3 eeuwig schaak). Dus dat was een heel duur schaakje. Nog net weet Gertjan een veilig veld op a4 te vinden. Op zet 69 moet ik hem feliciteren. Ik voel me gesloopt. Zo dichtbij een half punt.

 

Onze grote filosoof Johan Cruijff zei het al: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt”

DAC 1 - Lewenborg 2 : 2,5-3,5

Op maandag 15 januari stond onze eerste wedstrijd van dit jaar op het programma. Het was uit tegen DAC 1 uit Delfzijl. Op voorhand stond er al niet veel op het spel. Beide teams spelen in de onderste regionen en komen niet meer in aanmerking voor het kampioenschap. Er stond geen druk op de spelers. Hoewel…. op de heenweg had ik 3 medespelers in de auto waarvan er 2 (ik zal de namen niet noemen) er min of meer van overtuigd waren dat we met 6-0 zouden gaan winnen. Albert was realistischer en zei dat we eerst maar eens moesten winnen en dat hij met 3,5 tegen 2,5 ook al tevreden was. Wat Douwe en Boudewijn ervan dachten weet ik niet want zij zaten in de andere auto.

Na de inleiding van de teamleider van DAC, Wiert Vos, kon de wedstrijd beginnen.

Ikzelf wilde de hele partij geconcentreerd blijven spelen en had vooraf al besloten om niet teveel rond te lopen en vooral op mijn eigen partij te letten. Mijn tegenstander speelde vrij snel dus zoveel tijd om bij de andere partijen te kijken had ik niet. Ik kwam redelijk uit de opening maar in het middenspel kwam ik onder druk te staan en moest ik vechten om remise te bereiken. In het eindspel gaf mijn tegenstander zo een pion weg en keerden de kansen. Er stond nog een pionnetje ongedekt die ik door een schaakje met mijn paard zo kon pakken. Maar…..dat had ik beter niet kunnen doen. De zwarte koning kwam zeer gevaarlijk binnen en dekte zijn vrijpion op de derde rij. Na het ruilen van een paar stukken was de pion niet meer te houden en kon promoveren en was mijn partij verloren.

Albert had intussen al gewonnen van Ben Kuiper en ook Douwe won van Jan Groothof. Douwe heeft zijn partij tegen Jan Groothof naar mij opgestuurd en meldde daarbij dat zijn tegenstander in het middenspel een kwaliteitswinst over het hoofd zag en even later door een onnauwkeurigheid een stuk moest geven om mat achter de paaltjes te voorkomen. Een stuk en een pion voorsprong kan je wel aan Douwe overlaten.

Boudewijn speelde remise tegen Wiert Vos waarbij Boudewijn over geluk niet had te klagen. René speelde een goede partij waarbij hij alles wat er te slaan was had geslagen en zijn tegenstander niet van opgeven wist. René maakte met mat een einde aan de partij. Valentin, vol goede moed begonnen aan de partij, verloor uiteindelijk zijn partij. Gezien het ratingverschil was dat geen schande.

Albert kreeg met zijn opmerking dat 3,5 tegen 2,5 ook een goed resultaat was dus gelijk.

Hieronder nog de persoonlijke resultaten en de stand op dit moment.