Benauwde momenten

De partij die ik gisteren met zwart tegen Sjak Rijploeg speelde begon voorspoedig voor mij. We speelden in een vlot tempo en binnen vijftien zetten had ik een stuk en een pion winst, bij een goede stelling. Dat is een bedrieglijk comfortabele situatie, want juist als je denkt gewonnen te staan ben je geneigd om wat meer risico te nemen en zo je voordeel weer te verspelen. Zo ook hier. Naar achteraf blijkt zou ik al na een paar zetten het grootste deel van mijn voordeel weer kwijt zijn geraakt, als Sjak het scherp gespeeld had. Ik wil de details van onze fouten hier niet bespreken; waar het mij om gaat is de stelling na de 31e zet. Ik heb zojuist Pc2-b4 gespeeld.

 

Stelling na 32...Pc2-b4

Inmiddels hebben zich een aantal kijkers bij het bord opgesteld. Sjak heeft nog ongeveer 5 minuten tijd om de 8 zettten te doen voordat het extra kwartier ingaat. Hier raakt hij behoorlijk gespannen van. Maar ook bij mij is de spanning flink toegenomen, want hoewel ik nog steeds een materiële voorsprong heb en ook nog ruim een half uur op de klok, heeft Sjak een bijzonder dreigende aanval op mijn koningsstelling - of wat daarvan over is. Van mijn aanvankelijk optimisme is weinig meer over.

Sjak speelt 32 Ld3-f5.

Hij dreigt 33.Te7xf7 en dan is de dame op f8 overbelast. Wat moet ik doen? Tijdens de partij zie ik het niet meer helder. Of wil ik het gewoon niet zien. Ik aarzel tussen 32...Tg8-g5 en 32...Lf7-f6. Beide alternatieven hebben zoveel nadelen en complicaties, dat ik tenslotte maar liever heel iets anders doe: 32...a5-a4.

Dit levert een stelling op waarin Sjak mij mat kan zetten. Maar hoe? Ik maak een enkele benauwde momenten mee, als ik geconfronteerd wordt met een directe matdreiging en dameverlies. Bij de eerste twee zetten maakt Sjak de juiste keuze, zoals in de analyse achteraf blijkt. Hij begint met 33 Te7xf7 en 34 Tf7xf8. Bij de derde zet mist Sjak de matvoering en bij de vierde zet geeft hij het voordeel weer weg. Hoewel hij de 40e zet nog net binnen de tijd haalt verspeelt hij een zet later zijn dame en daarmee geeft hij op.

Hoe gaat de geforceerde matvoering dan wel verder? Als ik dit als chess-tempo opgave voorgelegd krijg lijkt het zo eenvoudig. Maar tijdens de partij zag ik het niet, of wilde het niet zien. Misschien dat de omstanders het wel gezien hebben. Hier heb je gelegenheid om het nog eens na te kijken.

Meteen na afloop zei Sjak dat hij de loper op f7 een zet eerder had moeten slaan, dus 32 Te7xf7. Dat lijkt logisch, want de twee tussenliggende zetten (32 Ld5-f5, a5-a4) lijken niet van invloed op de beslissende matcombinatie. Maar dat blijkt onjuist. Want in dat geval slaat het zwarte paard de witte loper, met aanval op de witte dame. Dit levert een heel andere situatie op die eindigt in het voordeel van zwart.

Je vindt de hele partij, met evaluaties van Fritz in de volgende link. Hierin zijn eveneens de geforceerde matvoering vanaf de 32e zet en het alternatief van Sjak bij zet 32 opgenomen.